BVK-methode

Jonge kinderen met het syndroom van Down hebben vaak specifieke problemen in hun motorische ontwikkeling. Die problemen heeft Lauteslager onderzocht. Vervolgens ontwikkelde hij het motorisch meetinstrument: ‘Basismotorische Vaardigheden van Kinderen met het syndroom van Down (BVK)’ en de behandelingsmethode ‘Fysiotherapie voor jonge kinderen met het syndroom van Down’.

Elke BVK-meting van een kind geeft exact aan welke behandeling een kind nodig heeft. Door de meting te herhalen, krijgen fysiotherapeut en ouders inzicht in de vooruitgang van het kind. Het behandelplan wordt telkens aangepast op basis van deze metingen.
Bij de behandeling van de kinderen spelen ouders een cruciale rol. De fysiotherapeut werkt nauw met hen samen en leert ouders hoe ze met hun kind aan de slag kunnen gaan.
Deze unieke combinatie van meten en behandelen, de samenwerking met de ouders en de positieve resultaten van de BVK-methode beschrijft Lauteslager in zijn boek ‘Kinderen met het syndroom van Down, motorische ontwikkeling en behandeling’.

Praktijkvoorbeelden van BVK-behandelingen:

Anne
Als Anne getest wordt, is het net of Peter met haar aan het spelen is. Ze vindt het hartstikke leuk. De BVK-test geeft een gedetailleerde beschrijving van wat Anne allemaal kan. En dat is meer dan we dachten. Anne heeft gewoon wat meer tijd en aandacht nodig dan een ander kind. Dat zie je goed als Peter en Anne samen spelen en oefenen. En wij leren om nu ook steeds die rust en ruimte in te bouwen als we met haar spelen of haar verzorgen.

Daan
In één van de eerste BVK-rapportages van Daan stond onder andere dat zijn evenwicht in zit extra aandacht nodig heeft. We kregen toen praktische tips en oefeningen hoe we met Daan daaraan kunnen werken. Peter nam dat allemaal uitgebreid met ons door. Daarna konden we er thuis zo mee aan de slag. Hij zorgt ervoor dat we ons deskundigen gaan voelen in de motorische ontwikkeling van onze eigen zoon. En als het niet helemaal goed lukt, kunnen we altijd terugvallen op de ouderinstructies uit het boek of we bellen nog even met Peter.