Ons dochtertje Lee werd geboren met het syndroom van Down. De kinderfysiotherapeut en wij zijn toen actief met haar aan de slag gegaan. Lee vorderde snel en wij leerden veel over haar ontwikkeling. Maar het mooiste was het contact met Lee en het plezier dat het haar deed.

een ouder

Samenwerking met ouders

Motorische ontwikkeling heeft tijd nodig. Om vaardigheden aan te leren moeten kinderen met het syndroom van Down blijven oefenen. Dat lukt het beste als ze iets leuk vinden. Daarom is het belangrijk dat ouders in de dagelijkse omgang hun kind spelenderwijs stimuleren. Ouders oefenen met hun kind door bewust te spelen en verzorgingsmomenten bewust te gebruiken. Ouders zijn heel belangrijk in deze methode.

Uitgangspunt van de BVK-methode is echter om de ouders zo min mogelijk te belasten. De behandeling moet de normale gezinsactiviteiten niet in de weg zitten. Alleen dan zijn ouders in staat hun kinderen regelmatig te stimuleren en ze zo gewoon mogelijk op te voeden. De kinderfysiotherapeut zet de wensen van ouders voorop en stemt de behandeling af op de specifieke situatie van het gezin.

Tijdens de behandeling krijgen ouders inzicht in de specifieke motorische problematiek en ontwikkeling van hun eigen kind. Zo creëert de methode van Lauteslager handvatten voor ouders om de motorische opvoeding van hun kind zelf te kunnen doen.

Praktijkvoorbeelden van samenwerking met ouders:

Anne
Het belangrijkste wat wij van Peter geleerd hebben is om ons tempo aan te passen aan de reactiesnelheid van Anne. Zo krijgt ze meer tijd om zelf te bewegen en te oefenen. Als we Anne nu bijvoorbeeld een luier aandoen, laten we haar op haar zij rollen. We letten dan heel goed op of ze actief meebeweegt. Als je zelf te snel bent hoeft ze niets te doen. Als je even wacht, rolt Anne zich bijna helemaal zelf om! Kleine moeite en elke dag vanzelfsprekende oefenmomenten. Juist die momenten stimuleren haar motorische ontwikkeling.

Daan
Daan vond het moeilijk om in zit zijn evenwicht te bewaren. Op advies van Peter kleden we hem daarom sinds kort zittend op de grond aan. Dat deden we eigenlijk altijd nog liggend op de commode. Tijdens aan- en uitkleden in zit moet Daan er zelf voor zorgen dat hij niet omvalt. Hij doet dan zijn uiterste best om zijn evenwicht te bewaren. En dat lukt hem steeds beter! Op deze manier doen we nu minimaal 2 keer per dag evenwichtsoefeningen in zit. Het is leuk om te ontdekken dat je zelf spelenderwijs de ontwikkeling van je kind kunt stimuleren.